Als het gaat om bekende stimulerende middelen in de topsport, dan is een van de meest bekende namen die je tegen zult komen hoogstwaarschijnlijk EPO. Waar anabole steroïden die bodybuilders gebruiken doorgaans niet bekend zijn bij het grote publiek, daar heeft EPO een grote naamsbekendheid verworven. Zeker in ons land, waar het wielrennen een zéér populaire sport is.
Zeker in de jaren ’90, een periode die regelmatig ook wel het EPO-tijdperk genoemd, was EPO het favoriete stimulerende middel bij tal van duursporters over de hele wereld. De meeste mensen kunnen je – ondanks dat ze een globaal beeld ervan hebben – echter niet vertellen wat EPO eigenlijk doet. Dat is iets waar we in dit stuk verandering in gaan brengen.
Waarom gebruiken atleten EPO?
Als het op prestaties aankomt in de topsport dan zijn veel atleten bereid om héél ver te gaan om een fysiek voordeel te hebben ten opzichte van de competitie. In eerste instantie kun je dan denken aan de meest moderne trainingsmethoden, topsportfaciliteiten, hoogtestages, innovaties op het gebied van voeding, sportpsychologen, herstelmethoden – alles om een compleet pakket te realiseren dat hun lichaam in staat stelt een zo goed mogelijke prestatie te leveren.
Ze zijn bovendien vaak geobsedeerd door de materialen die ze gebruiken en balanceren vaker op de rand van wat mag en wat mogelijk is binnen de regels die de betreffende sport – of sportbond – hen voorschrijft. Dit is van alle tijden. De wereld van de doping, zeker de meer geavanceerde varianten, is echter nog relatief nieuw en er heeft zich de laatste decennia ontwikkeld tot een kat- en muisspel tussen atleten en sportbonden wat betreft de toelaatbaarheid van bepaalde middelen of methodes.
Topsporters zijn vaak extreme winnaars en bereid om een grijs gebied te betreden als ze denken er een voordeel uit te kunnen halen. Veel praktijken worden vervolgens als controversieel gezien en om die reden door sportbonden verboden. Een van die praktijken is een fenomeen dat we het beste kennen onder de verzamelnaam bloeddoping. Dit is erop gericht om de spieren van meer zuurstof te kunnen voorzien, iets dat zeker in de wereld van de duursporten een groot voordeel oplevert.
Wat is bloeddoping precies
Bloeddoping is een methode om atletische prestaties te verbeteren door het aantal rode bloedcellen in het lichaam van een atleet kunstmatig te verhogen. Omdat rode bloedcellen zuurstof naar de spieren transporteren, kan een hoger aantal rode bloedcellen de aerobe capaciteit van een atleet aanzienlijk verbeteren en vermoeidheid vertragen.
Atleten die op zoek waren naar een manier om het aantal rode bloedcellen te verhogen, zijn ooit beginnen met hun eigen bloed te bewaren, om dit later (of het bloed van iemand met hetzelfde bloedgroep) weer toe te voegen, zodat het totaal aan rode bloedcellen hoger kwam te liggen
Deze praktijk is verboden in alle professionele takken van sport, vanwege de onnatuurlijke aard van deze methode. Je krijgt namelijk een substantieel atletisch voordeel ten opzichte van iemand die dit niet doet en zodoende wordt dit als oneerlijk gezien, waardoor het verboden is geworden.
Wat heeft dit te maken met EPO
EPO – een afkorting voor Erytropoiëtine – is een synthetische variant van een hormoon dat van nature in het lichaam wordt geproduceerd. Dit hormoon wordt voornamelijk aangemaakt in de nieren en stimuleert de productie van rode bloedcellen. Als je dit hormoon echter zelf produceert, dan kun je het ook kunstmatig aan het bloed toevoegen.
Indien dit gebeurd dan zal het lichaam zelf meer bloed en ook meer rode bloedcellen gaan produceren. Hetgeen verhoogde prestaties tot gevolg heeft.
Atletische voordelen van EPO
Aangezien EPO ervoor zorgt dat er meer bloed en meer rode bloedcellen in je lichaam worden geproduceerd, kunnen de spieren van meer zuurstof worden voorzien en ze zullen om die reden minder snel verzuren (een situatie waarbij er zich in een spier meer melkzuur dan zuurstof bevindt) dan bij een persoon die geen EPO heeft gebruikt.
Het heeft bovendien ook een bijkomend voordeel indien wedstrijden plaatsvinden onder warme omstandigheden. Het lichaam kan zichzelf namelijk koelen door meer bloed naar de oppervlakte van het lichaam te transporteren, waar het makkelijker afkoelt dan bloed dat zich dieper in het lichaam bevindt.
Bloed dat naar de oppervlakte van het lichaam wordt getransporteerd, kan niet meer fungeren als zuurstoftransporteur naar de spieren. Omdat een gebruiker van EPO meer rode bloedcellen heeft, gaat de zuurstoftransportatie echter gewoon verder, waardoor verzuring minder snel zal optreden.
Ook heeft een gebruiker meer water in zijn lichaam dan een niet-gebruiker, aangezien bloed voor een grot deel bestaat uit water. Indien je dus EPO gebruikt verzuur je minder snel, droogt minder snel uit en je hebt minder last van warme weersomstandigheden. Een gigantisch voordeel op de concurrentie dus.
Waarom is het zo gevaarlijk dan?
Aangezien er aanzienlijk meer rode bloedcellen in het bloed van een gebruiker van EPO zit, wordt het bloed een stuk dikker. Als bloed dikker wordt, dan krijgt het moeite om door dunnere aderen heen te komen. Dit kan zéér serieuze gevolgen hebben voor je gezondheid in de vorm van een hartaanval of een beroerte. Deze situatie heeft zich ook al meermaals voorgedaan, zowel in de professionele als in de amateurtakken van sport.
Als het warm weer is, heeft een gebruiker van EPO het voordeel van een kleinere kans op uitdroging, zoals eerder aangegeven. Dit brengt echter wel een groot risico met zich mee: als de persoon in kwestie veel gaat zweten, dan wordt zijn bloed automatisch nóg dikker, hetgeen de kans op een hartaanval of een beroerte alleen maar doet toenemen.
Waarom was dit zo lastig op te sporen?
Er is jarenlang, vooral in de jaren ’90 geen geschikte methode geweest om het gebruik van EPO aan te tonen. Wat men wel deed was een zogenaamde “gezondheidstest” (hematocrietwaarde) afnemen. Dat houdt in dat je bloed niet uit meer dan 50% mag bestaan uit rode bloedcellen, aangezien op dat moment het risico op een hartaanval of een beroerte te hoog is.
Op deze manier werd via een omweg een vinger aan de pols gehouden, maar achteraf is gebleken dat deze methode vrij makkelijk te manipuleren was door de gebruikers van EPO. Sinds 2000 is er ook een urinetest ontwikkeld die het gebruik veel beter en directer aan kan tonen.
Voor welke sporten is dit middel geschikt?
Eigenlijk voor alle sporten waar je duurvermogen (cardio) een grote rol speelt. Dat hoeft dus niet alleen wielrennen te zijn. Je kan dan ook denken aan vechtsporten, atletiek en marathonlopen. In principe alles waar een langdurige inspanning geleverd moet worden.
Het heeft bijvoorbeeld geen zin om EPO te gebruiken als gewichtheffer of sprinter, aangezien dat een explosie is waarbij je geen voordeel hebt als je meer duurvermogen hebt doordat je meer rode bloedcellen bezit.
Verschillende soorten en ontwikkelingen
Eerste generatie
Deze eerste variant werd al ontwikkeld in 1977 en werd uit urine gewonnen.
Tweede generatie
Dit is de variant die we vooral kennen uit het wielrennen gedurende de jaren ’90. Deze variant werd met behulp van genetische technieken geproduceerd. Door deze genetische technieken kon EPO in grote hoeveelheden geproduceerd worden en zo systematisch worden verkocht en verspreid onder sporters.
Derde generatie
Deze variant is in 2007 verschenen en we kennen dit middel eigenlijk beter onder een andere naam, namelijk Cera. Dit middel hoeft maar een keer in de drie á vier weken gebruikt te worden. Onder andere Ricardo Ricco werd uit koers genomen voor het gebruik van dit middel.
Vierde generatie
Het gerucht doet sterk de ronde dat er een vierde generatie van EPO op komst is. Het grote verschil is dat dit middel ontraceerbaar zou zijn. In dit geval is er sprake van een vorm van gentherapie.