Bij secundair hypogonadisme is de testosteronproductie te laag vanwege onvoldoende signalen van de hypofyse. De teelballen zijn dus prima in staat om voldoende testosteron te produceren, maar de LH-Receptoren ontvangen te weinig signalen in de vorm van gonadotrofinen en produceren daarom te weinig testosteron.
Dit is anders bij primair hypogonadisme, waar slecht functionerende zaadballen de reden zijn dat er niet voldoende testosteron wordt geproduceerd.
Dat werkt in het kort zo
Indien de hypofyse signalen krijgt dat de testosteronproductie omhoog moet, dan stuurt het op zijn beurt weer een signaal naar de teelballen. Dat signaal bestaat uit de aanmaak van zogenaamde gonadotrofinen. Dit zijn twee hormonen, namelijk LH (Luteinizing Hormone) en FSH (Follicle Stimulating Hormone).
Als de productie van deze twee hormonen stijgt en deze zich binden een receptor in de Leydig-cellen, dan is dat een teken voor de deze cellen dat er actie vereist is. Deze gaan vervolgens aan het werk om testosteron te produceren.