Aspireren is een manier om te controleren of een injectienaald al dan niet in een bloedvat zit. Bij de toediening van AAS is het belangrijk om er zeker van te zijn dat je intramusculair en niet intravasculair injecteert. Het direct toedienen van AAS in een bloedvat kan namelijk gevaarlijk zijn.
Het is eigenlijk een zeer simpel concept. Nadat je de huid hebt gepenetreerd en terecht bent gekomen op de plek waar je wil injecteren, trek je de zuiger van de spuit een klein beetje naar achteren. Als je in een bloedvat terecht bent gekomen dan zorgt dit ervoor dat je een klein beetje bloed in de spuit trekt.
Als dat het geval is dan weet je dat je niet in een spier maar in een ader terecht bent gekomen. Injecteer dan opnieuw en voor deze controle nogmaals uit. Komt er geen bloed in de spuit dan weet je zeker dat je niet in een ader zit.
Op deze manier is het makkelijk om veilig te injecteren en injecties in bloedvaten te voorkomen. Zorg er dan ook altijd voor dat je deze veiligheidsmaatregel niet overslaat. Het kost erg weinig tijd en moeite, maar kan vervelende situaties voorkomen.